Spelregels

Hieronder vind je de spelregels in het kort. Klik op een van de onderwerpen om rechtstreeks naar de betreffende tekst te gaan.
Klik hier voor de uitgebreide officiële spelregels.

Het speelveld
Wedstrijdonderdelen
Toss
Service
Service dubbelspel
Score
Telling en verlenging
Let
Pauze

 

Het speelveld

Het badmintonveld ziet er, van bovenaf gezien, zo uit:

Enkelspel
Speelveld_enkel

Dubbelspel
Speelveld_dubbel

De hoogte van het net is 1,524 meter in het midden en 1,55 meter aan de randen.
De lijnen zijn onderdeel van het veld, een shuttle óp de lijn wordt dus 'in' gegeven.
 

Wedstrijdonderdelen

Er kan worden gespeeld in vijf verschillende combinaties:
Mannenenkel (ME) , Vrouwenenkel (VE), Mannendubbel (MD), Vrouwendubbel (VD) en Gemengddubbel (GD).
 

Toss

Voordat een spel begint is er een loting (toss).
Wie deze toss wint, maakt een keuze uit de volgende mogelijkheden:
1.  eerst serveren of eerst ontvangen;
2.  aan de ene dan wel aan de andere kant van het net beginnen.
De tegenpartij kiest uit de overgebleven mogelijkheden. Dus als bijvoorbeeld de winnaar van de toss er voor kiest om eerst te serveren, dan is de verliezer van de toss de eerste ontvanger en kiest deze dus de kant van het veld waarop hij/zij begint.
 

Service

Bij de stand 0-0 en alle even punten, wordt geserveerd vanuit het rechter serveervak. Bij alle oneven punten wordt geserveerd vanuit het linker serveervak. Na iedere score vindt de service plaats vanuit het naastliggende serveervak.

Een service is goed als:
- deze onderhands geslagen wordt (de steel van het racket moet naar beneden wijzen);
- de shuttle beneden het middel geraakt wordt;
- de shuttle diagonaal in het juiste vak wordt gespeeld (zie afbeelding);
- de serveerder niet op of tegen de lijnen staat;
- de serveerder met beide voeten op de grond staat.

Let op: de shuttle mág na de service de bovenkant van het net raken.
Als hij daarna in het juiste vak terecht komt, is het een correcte service.

Als de serverende partij een even aantal punten heeft, wordt geserveerd vanuit het rechter servicevak; bij een oneven aantal punten wordt geserveerd vanuit het linker servicevak.
 

Service dubbelspel

- Ieder koppel heeft één servicebeurt;
- De eerste service wordt altijd geslagen vanuit het rechter serveervak.
- Er wordt van servicevak gewisseld als je zelf (of je partner) een punt maakt.
- Als de rally verloren gaat, gaat de service over naar de tegenstanders.
- De serveerders wisselen van plaats als zij in hun servicebeurt scoren. Scoren de ontvangers het punt dan krijgen zij het punt én de service, maar wisselen zij niet van plaats.
 

Score

Degene die de rally wint scoort een punt, onafhankelijk van wie aan service is: het ’rallypoint'-systeem.

Je scoort een punt als:
-    je de shuttle in het speelveld van de tegenstander op de grond slaat;
-    de tegenstander de shuttle in het net, onder het net, tegen het plafond of zijmuren of buiten jouw speelveld slaat;
-    de tegenstander de shuttle slaat voordat deze over het net is;
-    de tegenstander de shuttle twee maal achter elkaar raakt.

Je krijgt een punt tégen als:
-    de shuttle binnen je speelveld op de grond valt;
-    de shuttle tijdens de service, buiten het juiste serveervak van je tegenstander valt;
-    je in het net slaat;
-    je de shuttle twee maal achter elkaar raakt.
 

Telling en verlenging

De game wordt gewonnen door de speler die als eerste 21 punten heeft gemaakt, met een verschil van minimaal 2 punten.
Als de stand 20-20 is, wordt er net zo lang doorgespeeld tot er een verschil van 2 punten is, maar niet verder dan tot 30. Bij de stand 29-29 wint degene die het 30e punt scoort de game.
De gamestand kan dus bijvoorbeeld op 21-13 uitkomen, 21-19 (het minimale verschil van 2 punten), 27-25 of maximaal 30-29.
De winnaar van de game begint de volgende game met de service.

Er wordt gespeeld om 'best of three', d.w.z. dat degene die als eerste 2 games wint, de partij wint.
De uitslag kan dus 2-0 zijn, of (als het eerst 1-1 is) 2-1.
 

Let

Wanneer er als gevolg van een onvoorziene gebeurtenis (bijvoorbeeld als er een shuttle van een andere baan op jouw baan terecht komt) de rally opnieuw moet worden gespeeld, wordt dat een ’let’ genoemd.
 

Pauze

Bij het bereiken van het 11e punt krijgen de spelers (in enkel- én dubbelspel) een pauze van 60 seconden.
Tussen de games krijgen de spelers twee minuten rust.

« naar het begin van de pagina